Claude Machado, de artistieke vezel die ze al van kleins af aan had, werkte eerst in de kindermode, voordat ze haar manier vond om zichzelf uit te drukken: aquarel en Oost-Indische inkt in schilderijen.

Mijn naam is Claude Machado, ik ben illustrator en ik woon in Mont-Saxonnex.

Van mode tot schilderijen

Sinds mijn zevende heb ik altijd getekend. Ik kreeg voor mijn verjaardag een doos aquarellen en ik maakte alleen maar aquareltekeningen. Ik kopieerde en illustreerde altijd wat ik zag.

Toen ik mijn beroep moest kiezen, ben ik een creatief beroep gaan uitoefenen en heb ik dus 15 jaar in de kindermode gewerkt. Maar ik was nooit helemaal tevreden met dit werk. Zo langzaam kwam ik tot dit verhaal: mijn schilderijen.

De natuur, een bron van inspiratie

Het uitgangspunt van mijn werk zijn bloemen. Ik hou ervan om bloemen te observeren en ze weer tot leven te brengen door middel van tekenen. Mijn inspiratie gaat ook uit naar de natuur in het algemeen en de bergen. Ik ben heel opmerkzaam: als ik loop of ski, probeer ik de kleine dingen te zien die me aan het lachen maken, en dat is wat ik illustreer.

© Chloé Mabille

Tussen aquarel en Oost-Indische inkt

Ik gebruik aquarel en Oost-Indische inkt, die ik aanbreng met een kalligrafiepen. Deze penpunt vond ik als tiener op een markt en sindsdien heb ik er altijd mee getekend. Ik denk dat het allemaal het resultaat is van al mijn ervaringen, wat zich vandaag in deze stijl vertaalt.

Een verhaal, een werk

Voordat ik aan een schilderij begin, vertel ik mezelf veel kleine verhaaltjes: uit elk verhaal ontstaat een schilderij. Voordat ik begin, doe ik onderzoek naar kleuren om de kleuren te vinden die goed bij elkaar passen. Vervolgens maak ik verschillende schetsen om mijn tekening te ordenen. Vervolgens werk ik aan de uiteindelijke tekening. Wat mij uiteindelijk de meeste tijd kost, is het werk vóór de uiteindelijke productie, wat me ongeveer 2 dagen kost.

© Charles Savoret

Terug naar de basis

Ik kom oorspronkelijk uit Romme-Sur-Cluses, waar ik tot mijn 18e heb gewoond. Ik ben vervolgens vertrokken om mode te gaan studeren, maar ik wist dat ik later naar de regio zou terugkeren om mijn roots te vinden.

Toen we terugkwamen, wilden we ons in de bergen vestigen en kwamen we aan in Mont-Saxonnex. We vonden alles wat we zochten in dit dorp: een school, kleine winkels, de nabijheid van mijn familie en het feit dat ik er kon werken. Hierdoor kan ik het gezinsleven en werk op elkaar afstemmen.